Animal Science Department

Onze afdeling Animal Science Department (ASD) streeft naar een optimaal welzijn van de apen binnen BPRC in de breedste zin van het woord.

 

Klik hieronder een tab aan om meer te lezen over de hoofdlijnen.
  • Dierwetenschap

    Dierwetenschap

    ASD monitort continu de fysieke en mentale gezondheid van de apen. Hiervoor hebben we dierenartsen, dierverzorgers, en diertrainers in dienst. Om dit goed te kunnen doen moeten we veel weten van het natuurlijke gedrag en levenswijze van de apen. Daarom doen we ook gedragsstudies, in nauwe samenwerking met de Universiteit van Utrecht.

    • Huisvesting en verzorging

      In 2019 zijn in de verschillende fokkolonies 37 resusapen geboren, 42 Java-apen en 32 witoorpenseelapen. De grootte van de fokkolonies is afgestemd op het onderzoeksprogramma. Mede door de beleidsmaatregel om vanaf 2025 minder dan 150 dierproeven per jaar uit te voeren wordt momenteel de grootte van de kolonie langzaam verminderd. De vermindering vind plaats door gerichte geboortebeperking. Om zwangerschappen te voorkomen krijgen vrouwen implanon geïmplanteerd of worden volwassen mannen uit de groep gehaald. In enkele specifieke gevallen kunnen we besluiten mannen te vasectomeren. Hierbij is het wel belangrijk dat de groepsstructuren, waarbij vrouwen met name bepalend zijn, in belangrijke mate in stand gehouden worden.

      Een van de belangrijke aandachtspunten van BPRC in de fokkolonies is de minimale leeftijdsgrens van de dieren. Makaken worden pas ingezet als ze minimaal vier jaar oud zijn, bij witoorpenseelapen is dit twee jaar. Dit houdt in dat we ongeveer vijf jaar vooruit moeten denken. Animal Science Department, de verantwoordelijke afdeling voor het huisvesten en verzorgen van de dieren, en de diverse onderzoeksgroepen van BPRC voeren daarom nauw overleg om het fokbeleid goed vast te leggen. De kolonie Java-apen beheren we grotendeels voor het wetenschappelijk onderzoek naar gedragsaspecten in samenwerking met de afdeling Animale Ecologie van de Universiteit van Utrecht.

      Een aantal dieren blijft gedurende het hele leven in de fokgroep. Zodra dieren zijn geselecteerd voor studies, verhuizen ze naar daartoe geschikte faciliteiten. Om te voorkomen dat de fokkolonies te maken krijgen met inteelt is nauwgezet overleg nodig. De samenwerking tussen koloniemanager (gedragsdeskundige), dierenartsen en genetici zorgt er voor dat de fok optimaal verloopt, inteelt wordt voorkomen en dat de best mogelijke selectie van dieren voor het onderzoek gewaarborgd wordt. In de fok zijn de dieren gehuisvest in grote, zo natuurgetrouw mogelijke groepen. Op deze manier probeert BPRC de natuurlijke patronen zo veel mogelijk na te bootsen. Alle dieren bij BPRC zijn sociaal gehuisvest. We hebben veel aandacht voor verrijking van de leefomgeving. Daarnaast besteden we specifieke aandacht aan diertraining. Voor het waarborgen van het dierenwelzijn heeft BPRC twee dierenwelzijnsexperts in dienst.

      Het optimaal verzorgen van deze grote groepen apen, met een grote diversiteit aan leeftijden, vereist specifieke expertise. De dieren worden verzorgd door gediplomeerde dierverzorgers. Zij hebben een meerjarige opleiding voltooid, gevolgd door een interne opleiding om de specifieke kenmerken van apengedrag en verzorging te leren.

    • Diertraining en welzijn

      Om stress en stereotypisch gedrag van de dieren maximaal te voorkomen heeft BPRC enkele specifieke programma’s opgezet. Een daarvan is het zo veel mogelijk vrijwillig laten meewerken van de dieren aan een aantal handelingen, middels positive reinforcement training (PRT). De dierenwelzijnsexperts van BPRC ontwikkelen continu methoden om die handelingen zo optimaal mogelijk te laten verlopen. In internationaal verband zijn ze ook betrokken bij het verder ontwikkelen van die trainingen. Ze delen hun kennis met andere instituten, onder andere door het geven van lezingen of workshops. BPRC heeft een verrijkingsprogramma waarin we nieuwe en innovatieve verrijkingen ontwikkelen. De dierverzorgers worden ook aangemoedigd om continu nieuwe verrijkingsitems te ontwikkelen. Daartoe bezoeken we op regelmatige basis specifieke (inter)nationale opleidingen op het gebied van dierenwelzijn, diertraining en voeding, om nieuwe inzichten op dit gebied bij BPRC te implementeren.

    • Diergeneeskunde

      De groep diergeneeskundige zorg is verantwoordelijk voor de controle op de gezondheid van alle dieren, zowel in de fok als in studies. Deze groep bestaat uit vier dierenartsen, een veterinair patholoog en vijf ondersteunende medewerkers. Om gezondheids- en gedragsproblemen bij de dieren beter te monitoren, werken de dierenartsen, koloniemanager en diertrainers nauw samen.

      BPRC streeft naar een continue verbetering op het gebied van veterinaire zorg en het houden van apen. Het diergeneeskundige team werkt, naast de reguliere diergeneeskundige aspecten in de kolonie, voortdurend aan verdere verfijning van methoden.

      Naast de aandacht voor het welzijn van de dieren doet BPRC ook veel onderzoek naar verschillende aspecten die effect kunnen hebben op de gezondheid van de dieren. Zo wordt er in het kader van een diergeneeskundig promotietraject onderzoek gedaan naar betere behandelingsmethoden om diarree bij apen te voorkomen en genezen. Daarnaast lopen er trajecten naar het voorkomen van specifieke micro-organismen in de kolonie, het vaststellen van een gezond gewicht bij resus- en Java-apen en wordt specifiek aandacht besteed aan het verbeteren van het antibioticagebruik bij zieke dieren.

    • Ethologie

      BPRC voert ethologisch onderzoek uit in nauwe samenwerking met de Universiteit van Utrecht. Dit (niet-invasieve) fundamentele onderzoek richt zich op de evolutie van sociaal gedrag van primaten, ook in vergelijking met dat van de mens. Belangrijke onderzoekslijnen hierbij zijn seksueel gedrag, vriendschapsbanden, samenwerking, intelligentie en communicatie en voedingspatronen.

      Bij dit onderzoek speelt de sociale capaciteit van de onderzochte soorten een belangrijke rol. Het kunnen omgaan met verschillende niveaus van complexiteit van deze sociale groepen is een belangrijke determinant in de evolutie van de intelligentie van primaten. In 2019 hebben we verder gewerkt aan de specifieke aspecten van introducties van nieuwe fokmannen bij de resus- en Java-apen. Kennis over introducties draagt bij aan het verbeteren van het houden en fokken van deze dieren.

    Image

    Links: Java-aap, boven: resusaap, onder: witoorpenseelaap.

  • Neurodegeneratieve ziekten

    Neurodegeneratieve ziekten

    BPRC doet onderzoek aan neurodegeneratieve ziekten, zoals Alzheimer en de ziekte van Parkinson. In het model voor de ziekte van Parkinson in witoorpenseelapen hebben we hierbij nieuwe verbindingen tussen hersengebieden gevonden die de oorzaak van de symptomen kunnen compenseren. Zo wordt het potentieel mogelijk symptomen van Parkinson te voorkomen. Deze kennis draagt bij aan het ontwikkelen van nieuwe behandelingsmethodes tegen de ziekte van Parkinson. Ook is een model in marmosets opgezet om het ontstaan van de ziekte van Alzheimer beter te gaan begrijpen. Daarnaast kan dit model gebruikt gaan worden om nieuwe kandidaat medicijnen te ontwikkelen en te testen op werkzaamheid en veiligheid. Het BPRC heeft een aantal niet-invasieve gedragstesten geïntroduceerd waarmee de ontwikkeling van deze ziektes en effecten van behandeling gevolgd kunnen worden.

    Image